Ronald Oosterhof Logo

Ronald Oosterhof

In the 90s I studied at the Willem de Kooning Academy in Rotterdam. Next to my artwork and writings, I work in (mental) health care, and cultural crossovers as a social entrepreneur and consultant.

This web page is meant to show my writings and art works. Most of it is from the last two years. I update it irregularly. I am trying to connect my other accounts to it “as we speak” (may 24).

Moreover
Lopburi

There´s a lot of inspiring places in the world. I feel eternal gratitude to Lopburi, where I worked a lot. 

PORTFOLIO

Scroll to Top

Works and Notes

Schrijven over kunst

Schrijven over kunst is een hachelijke aangelegenheid. Tegelijkertijd zijn de mensen die schrijven over kunst bijzonder belangrijk voor de kunst, voor het “kunstbegrip”, of misschien meer nog zijn kunstcritici, curatoren en soms ook verzamelaars belangrijk voor het “kunstgevoel”. Ze zijn op zijn minst educatief, waardoor mensen aan de hand van geschiedenis handvatten krijgen om hun kunstgevoel te cultiveren. Ze hebben ook een rol in het kunstproces zelf, ze hebben invloed op de richting en de moraliteit van kunstbeschouwing. In het beste geval zijn ze eigenlijk zelf kunstenaars, in een andere rol, zoals kunstenaars ook vaak kunstcritici en curatoren zijn.

Echter, de praktijk ervaar ik als weerbarstiger. Howel ik van schrijven hou, is het me tot op heden niet vaak gelukt om gestructureerd over kunst te schrijven. Sterker nog, daarbij, hoewel ik van lezen hou, is het me weinig gelukt om over kunst te lezen.

Ik ben vijftien jaar geabonneerd geweest op Metropolis M. Ik herinner mij niets van wat in deze magazines stond. Na een tijdje pakte ik de Metropolis M niet meer uit. Ik heb alle jaargangen nog wel kunnen verkopen via Marktplaats, aan een kunstenaar. Hij was er blij mee, hij zei, het is leuk dat je zo de ontwikkeling van de kunstenaars kunt volgen. Zelfde verhaal met “De Witte Raaf”, een krant over kunst, met veel tekst. Ik word echt doodmoe als ik het lees.

Schrijven is ook een systeem om merites op te bouwen. Het is studie. Het gaat ook om woorden, het aftasten van de werkelijkheid. Kijken of je door woorden meer vat krijgt op de realiteit, of die verbeeldt.

Dus ik ben voor alle magazines, en boeken, hoe meer hoe beter. Maar mij is weinig bijgebleven van kunstkritieken die ik las. De besten zijn denk ik van kunstenaars. De essays van Donald Judd staan me bij, de essays van Tarkovsky. Heidegger over de schoenen van Van Gogh – trouwens, een van de betere kunstcritici was van Gogh zelf.

Sommige titels zijn me bijgebleven: “Een verlangen naar ontroostbaarheid”, een boekje van Patricia de Martelaere. De titel alleen al is genoeg om een boek te rechtvaardigen. Ik heb het ook niet gelezen, wel aan begonnen. “Embodied meanings” van Arthur Danto heeft een prachtige titel. Hoewel ik later begreep dat de betekenis hiervan teruggaat op een bepaalde denkwijze binnen de kunsten uit die tijd. Ook niet gelezen , wel geprobeerd.

Ik heb laatst gegoogeld op de meest belangrijke kunstcritici. Jerry Salz bijvoorbeeld, en nog een paar, ik moet er nog serieus aan beginnen, maar de dingen die ik van ze gelezen en beluisterd heb, zijn veelbelovend.

De meest indrukwekkende kunstcriticus voor mij is Wilhelm Worringer. Ik heb alleen “Empathie en Abstractie”van hem gelezen. Ik vond dit zo’n uniek betoog, waarin mij duidelijk werd dat er een verschil is tussen kunnen en streven, en hoe dat in de kunst zichtbaar is.